Naar inhoud springen

Rau IX (schip, 1939)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rau IX (schip, 1939)
Rau IX in Bremerhaven
Rau IX in Bremerhaven
Geschiedenis
Besteld Walter Rau
Werf Deschimag, Werk Seebeck
Wesermünde (nu Bremerhaven)
In de vaart genomen 1939
Uit de vaart genomen circa 1969
Opnieuw geclassificeerd 1939: onderzeebootjager
1945: mijnenjager
1948: walvisjager
Status museumschip
Algemene kenmerken
Lengte 46,1 meter
Breedte 8,2 meter
Diepgang 4,0 meter
Tonnenmaat 380 BRT
Voortstuwing en vermogen drievoudige expansie-stoommachine,
enkele schroef,
1600 pk
Vaart 14 knopen
Bemanning 15
Portaal  Portaalicoon   Maritiem
Achter- en zijzicht Rau IX
Harpoenkanon op het voordek

De Rau IX is een walvisjager. Het schip werd gebouwd in opdracht van het Duitse voedingsmiddelenbedrijf Walter Rau en kwam in 1939 gereed. Met de oorlog in aantocht werd het door de Kriegsmarine overgenomen en als onderzeebootjager ingezet. Na de oorlog werd het schip omgebouwd tot walvisjager, maar als onderdeel van de herstelbetalingen werd het aan Noorwegen overgedragen. Eind jaren zestig kwam het schip terug naar Duitsland. Het is nu een museumschip van het Deutsches Schiffahrtsmuseum in Bremerhaven.

In 1935 ging Duitsland zich bezighouden met de walvisvaart. Walter Rau Lebensmittelwerke GmbH, een producent van margarine, liet het walvisfabrieksschip Walter Rau bouwen met acht walvisjagers, de Rau 1 tot en met Rau 8.[1] De scheepswerven hadden het druk met opdrachten voor de Kriegsmarine en het schip was pas gereed voor het jachtseizoen 1937/38.[1] Het was een zeer modern schip en in het eerste seizoen werden zo’n 1700 walvissen verwerkt.[1] De capaciteit werd nog niet volledig benut en een negende walvisjager, de Rau IX, werd besteld.

Dit laatste schip kwam in 1939 gereed.[2] Het was te laat voor het walvisseizoen voor dat jaar en het werd door de Kriegsmarine overgenomen en als onderzeebootjager ingezet.[2] Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebruikt om mijnen te ruimen.[2] In 1948 werd het weer omgebouwd tot walvisjager. Als onderdeel van de herstelbetaling werd de Walter Rau en de walvisjagers aan Noorwegen overgedragen.[3] De walvisfabrieksschip werd omgedoopt tot Kosmos IV en heeft tot 1968 dienstgedaan.[3] De Rau IX heeft onder de naam Krutt onder de Noorse vlag gevaren.[2] Toen de jacht naar walvissen in het zuidpoolgebied op zijn einde liep, werd de walvisjager nog bij IJsland gebruikt en weer later bij de Faeröereilanden.[2] Tegen het einde van de jaren zestig werd de Rau IX opgelegd.

Het kwam in handen van een Duits museum dat het schip heeft opgeknapt en zo goed mogelijk heeft hersteld als walvisjager. Het is nu een museumschip van het Deutsches Schiffahrtsmuseum en ligt in de haven bij het museum in Bremerhaven.[2]

Zie de categorie IMO 5157315 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.